[RBU] Binnenlandse Zaken, Informatie, Cultuur
Geplaatst: di 07 jun 2011, 14:24
door sirdanilot
In dit topic is er allerhande informatie te vinden over hoe de Binnenlandse Zaken er in Burghteland aan toegaan.
Geschiedenis
Geschiedenis
- Spoiler: weergeven
- Geschiedenis
Voorgeschiedenis
Over de allereerste inwoners van het continent Noorderland is maar weinig bekend. Waarschijnlijk betreft het een volk verwant aan Noord-Amerikaanse indianen of Inuit. In de afgelegen, bergachtige regio’s ten zuidoosten van Tegenkant leven wellicht nog nazaten van deze bevolkingsgroep, maar de taal en cultuur zijn allang verloren gegaan en hun afkomst is in onzekerheid gehuld.
In de vroege Middeleeuwen werd het Noorderland, en dus ook het huidige Burghteland, gekoloniseerd door Noormannen. Zij verspreidden ziekten en pleegden rooftochten en plunderingen onder de oorspronkelijke bevolking. Waarschijnlijk is de oorspronkelijke bevolking door hen grotendeels uitgeroeid. De Noormannen leefden van de jacht, de visserij en de bosbouw, en bouwden de meerderheid van hun gebouwen van hout. In het landschap zijn maar weinig overblijfselen te vinden, maar er zijn nog enkele plaatsen waar zij hun heidense goden aanbaden, die nu te herkennen zijn aan ruïnes en rotsinscripties. Het vermoeden bestaat dat de Noormannen verantwoordelijk zijn voor de ontbossing in het oosten van Burghteland; in de regio's waar nu nog oerbossen liggen zijn geen sporen van Noormannen aangetroffen.
Kolonisatie
Al in de late zestiende eeuw is het Noorderland ontdekt, en al gauw deden in West-Europa geruchten de ronde over het ‘Beloofde Land’; er zouden grazige, vruchtbare weiden zijn, een land van ‘melk en honing’, de bergen vol met ijzererts en goudaders. De eerste kolonisators waren Hollandse speculanten die uit waren op rijkdom; zij meerden aan nabij het huidige Calvijnstad in 1605. Zij werden echter terstond verjaagd door de Noormannen.
Een tweede, veel grotere kolonisatietocht bestond uit een groep protestanten uit de Zuidelijke Nederlanden, Zeeland en enkele Franse Hugenoten. In 1612 meerden zij aan op de plaats waar zeven jaar daarvoor al Hollanders waren aangemeerd en stichtten Calvijnstad. In een grote veldslag werden de Noormannen met een overweldigende meerderheid verslagen; de technologie van de kolonisator was immers veel verder. Ten noorden van Calvijnstad stichtten zij een burcht bij Nieuw-Vlissingen en de Wildenburgh, waar de laatste grote strijd met de Noormannen geleverd werd. Het overzeese gewest Burghteland was een feit. Het bleef afhankelijk van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De uitbreiding van een nieuwe natie
De nieuwe staat, die nog maar een klein gebied omvatte, groeide tot aan 1650 niet echt. De steden Calvijnstad, Nieuw-Vlissingen en later ook Wildenburgh groeiden gestaag, maar hadden af en toe nog te kampen met aanvallen van de Noormannen. In het gebied vestigde zich in rap tempo de calvinistische religie, en vele kerken werden opgericht. Deze werden gebouwd naar sober, calvinistisch model. Enkele predikanten probeerden het calvinisme te brengen naar de heidense Noormannen, aanvankelijk met weinig succes, maar later steeds meer. Dit leidde tot een meer vreedzame houding tegenover de nieuwe kolonisator, en de laatste aanval van de Noormannen op Wildenburgh was in 1633. Handel en contact met de Noormannen groeide, en de Noormannen namen steeds meer de Europese cultuur over. Aangezien de meeste kolonisatoren Hollandstalig waren, was dit de voertaal in de nieuwe staat, daarnaast werden ook enkele Noord-Duitse dialecten gesproken. Het Frans werd geassocieerd met het katholicisme en de adellijke onderdrukking, dus ook onder kolonisatoren uit de Zuidelijke Nederlanden was deze taal taboe.
Na 1650 begon men met het verdelen van het land over de nieuwe bevolking. Hierbij breidde de staat Burghteland zich snel uit. De ‘wilde’ Noormannen werden steeds meer gekerstend. In 1651 werd een officieel verbod uitgevaardigd op het bezigen van ‘heidensche ende afghodische taelen’ als het Noorderlands, het Frans en vooral het Latijn. Dit stuitte, vooral onder Noormannen die niet vanaf het eerste uur met de immigranten in aanraking kwamen, op fel verzet, wat echter met harde hand de kop werd ingedrukt. De Noormannen gebruikten hun eigen taal vanaf dat moment alleen nog binnenshuis.
In het zuiden ontmoette Burghteland de grenzen van het wingewest Nova Hollandia. Aangezien beide afhankelijk waren van Nederland, ontstond er een levendige en bloeiende handelsrelatie. Burghteland was echter een overzees gewest, en niet alleen een wingewest. Pogingen van de Compagnie Nova Hollandia om geheel Burghteland erbij in te lijven, stuitten op groot verzet van de Burghtelandse bevolking, dat inmiddels ook een respectabel leger had opgericht. Een groot deel van de inkomsten vloeide nog altijd naar de Republiek, maar lang niet alles. Omstreeks het einde van de achttiende eeuw kwamen de grenzen ongeveer overeen met zoals die nu nog altijd zijn.
Britse Oorlogen
Na de Bataafse Revolutie in de Nederlanden (1795) begon er een steeds grotere roep naar onafhankelijkheid. Eerst was er echter een dreigender gevaar; na het innemen van diverse Hollandse koloniën als Guyana, Ceylon en de Kaapkolonie (Zuid-Afrika), zagen de Britten hun kans schoon en vielen Burghteland aan. In samenwerking met het leger van Nova Hollandia wist men de Britse legermacht echter buiten te houden; zij wisten immers, dat als Burghteland zou worden ingenomen, zij de volgende zouden zijn. Dit wordt in de Burghtelandse geschiedenis de Eerste Britse Oorlog genoemd. Dit zou de laatste samenwerking van Nova Hollandia met Burghteland zijn.
Toen de Britten in 1805 weer aanvielen, sloten zij een pact met Nova Hollandia; zij zouden dit wingewest ongemoeid laten, als ze medewerking zouden verlenen aan de oorlog tegen Burghteland. Aldus geschiedde en geheel oostelijk Burghteland, het economische hart van de kolonie, werd terstond bezet. Het moederland in de Lage Landen had nog altijd niet de macht om hier iets tegen te doen, Burghteland werd bezet. Onder het Engelse juk veranderde er echter weinig; het Engels werd, tevergeefs, ingevoerd als officiële taal, er werden enkele anglicaanse kerken gesticht, maar verder bleef alles bij het oude. Wel ontstond onder de bevolking een grote haat tegen de ‘Verraders’, zoals de inwoners van Nova Hollandia werden genoemd. Dit is de Tweede Engelse Oorlog. Economisch was dit een bar slechte tijd; een groot deel van de rijkdommen vloeiden naar het Britse koningshuis.
In de Nederlanden veranderde de tijd echter; Lodewijk Napoleon was de Hollanders goedgezind, en de roep tot bevrijding van Burghteland werd steeds luider. De Britse inval in Walcheren (1809) was de directe aanleiding om een expeditie op te starten voor het bevrijden van Burghteland, de Derde Engelse Oorlog. Nova Hollandia hield zich afzijdig hiervan. Deze oorlog sleepte jaren en jaren voort, maar uiteindelijk werd Burghteland in 1816 ontzet. Het werd een volledige kolonie van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Industrialisatie in de nieuwe kolonie
De industrialisatie van Burghteland liep ongeveer gelijk met die in de zuidelijke Nederlanden. In het gebergte ten zuiden van Tegenkant werd ijzererts en steenkool gewonnen, en men begon met het aanleggen van een uitgebreid spoorwegennetwerk. Kennis hiervan kwam van grote industriemagnaten uit Maastricht en Luik, die brood zagen in de Burghtelandse delfstoffen. In deze periode werd ook een democratische regering, op basis van de Trias Politica, ingevoerd. De koning van de Nederlanden bleef het staatshoofd. Na jaren van verval bloeide de economie op. Perioden van meer confessionele en meer liberale kabinetten volgden elkaar op; het Frans werd niet langer verboden (waarschijnlijk door lobby van de Luikse industriemagnaten), waardoor er meer immigranten vanuit Frankrijk en Wallonië aankwamen, maar er begon een ware inquisitie tegen de heidense godsdienst van de Noormannen, die overigens nog maar door weinigen beoefend werd. In 1826 werd Burghteland uitgeroepen tot een ‘geheel Christelijcke staet’. Wat daarvan waar is, is natuurlijk nog maar de vraag. Naast de economische macht groeide ook de militaire macht, en een nieuw sentiment naar onafhankelijkheid.
Onafhankelijkheid
Toen België in 1830 onafhankelijk werd, groeide het onafhankelijkheidssentiment in Burghteland exponentieel; het was bewezen dat het mogelijk was om zich af te scheiden van het machtige Holland. In het nabij gelegen Nova Hollandia had Holland de touwtjes echter nog strak in handen. Dit zorgde dat het uitroepen van de Soevereine Republiek Burghteland in 1831 maar weinig effect had; binnen enkele dagen stond er een leger aan de poorten van Calvijnstad. De claim werd daarom terstond ingetrokken.
Men probeerde het hierna over een andere boeg te gooien; door middel van economische voordelen probeerde men Engelse steun te winnen. Daarnaast werd in het noorden van het land een provincie opgericht waarin het eens zo verafschuwde Frans een tweede officiële taal werd; hier vestigden zich zeer veel Franse en Waalse immigranten, alsmede protestanten uit Zwitserland. Het katholicisme werd hier oogluikend toegestaan, zolang de kerken er maar niet te ‘decadent, onzedelijk en paaps’ uitzagen. Dit zorgde voor de stichting van de industriestad St. Jules, en een enorme groei van ’s-Heerenburcht; een korte tijd was dit de grootste stad van het land. Hiermee wist men, door middel van achterkamertjespolitiek, internationale steun te winnen van Frankrijk en het nieuwe koninkrijk België. Op 25 juni 1862 werd de Staats-Gereformeerde Republiek Burghteland uitgeroepen als zelfstandige staat, en onmiddellijk erkend door de Verenigde Staten, Groot-Brittanië, Frankrijk en België. Kort daarop volgden ook erkenningen van andere landen, zoals Pruisen en de Scandinavische landen. De koning der Nederlanden werd officieel afgezet als staatshoofd. Vanuit het wingewest Nova Hollandia begon Nederland een Onafhankelijkheidsoorlog; onder internationale druk werd deze echter onhoudbaar, aangezien vele landen met sancties dreigden. Op deze manier werd Burghteland op relatief vreedzame wijze onafhankelijk; tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog zijn er geen steden volledig vernield. Wel was er zware schade aan de infrastructuur in het zuiden van het land en vielen er vele burgerslachtoffers bij een aanval op Moreghat. Door de economische bloei werd de schade spoedig hersteld. Deze onafhankelijkheid was een directe aanleiding voor Nederland om de touwtjes in Nova Hollandia nog strakker te houden; in 1865 werd het immers een volledige kolonie. Toch kon enkele decennia later hetzelfde lot niet voorkomen worden in dit wingewest.
De groei van een nieuwe staat
In 1862 was er een voorlopige regering aangesteld. In 1863 vonden de eerste verkiezingen plaats. Het APV (Alghemeen Protestants Verbond) en de LP (Liberaele Partij) vormden de allereerste regering. Er werd een nieuwe grondwet opgesteld, waarin het Christelijk geloof op de eerste plaats werd gezet, maar er wel godsdienstvrijheid voor andere geloven werd vastgesteld. De godsdienst van elk persoon moest een ‘geheimenis voor eenieder’ blijven, wat wil zeggen dat deze niet mocht worden geregistreerd op het paspoort om eventuele verdrukking of vervolging te voorkomen. De archieven van de Gereformeerde, Anglicaanse en Katholieke kerken zijn daarom tot op de dag van vandaag niet openbaar in Burghteland.
Niet heel lang na de oorlog kwam de handel met Nova Hollandia en Nederland zelf wederom op gang. Het inmiddels ver geïndustrialiseerde Burghteland werd een belangrijke speler op de internationale markt. Het spoor-, water- en landwegennetwerk werd almaar groter.
In 1890 werd Nova Hollandia zonder veel slag of stoot onafhankelijk. Aanvankelijk wilde Burghteland de onafhankelijkheid niet erkennen, maar deed dit na relatief korte tijd toch, onder internationale druk. In de jaren die hierop volgden, versterkte de roep naar ‘vergelding der verraders’ zich; in het begin van de negentiende eeuw hadden de inwoners van Nova Hollandia de Engelsen immers geholpen met het bezetten van Burghteland. De aanvankelijk opgebloeide handel met de nieuwe, zelfstandige republiek werd stilgezet, en er kwam in 1893 een maritieme blokkade. De opkomst van het rationalisme in Nova Hollandia, wat door de Burghtelanders als een ‘heidensche afghoderij’ werd gezien, gooide alleen maar olie op het vuur.
De Nieuw-Hollandse oorlog
Door een ogenschijnlijk stom toeval werd in 1895 de oorlog verklaard; een schip, onder de vlag van Nova Hollandia, ramde een Burghtelands handelsschip dat voor de kust van Nova Hollandia voer, op weg naar Schellingen, waarop het schip zonk. Tot op de dag van vandaag is niet duidelijk of dit een bewuste actie is geweest of niet.
Er rukte onmiddellijk een leger op, dat het land van Draackenstaete innam. Draackenstaete werd de hoofdstad van de nieuwe provincie Draackenlande. Het Burghtelandse leger rukte nog verder op; tot ten oosten van Paerelsteyn, en in het zuiden van het land werd een klein stuk nabij Graefsmonde ingenomen. Het beleg van Graefsmonde duurde echter kort, en deze stad werd na korte tijd ontzet. De macht in Draackenlande bleef echter enkele jaren, er werd zelfs een begin gemaakt met de aanleg van een spoorweg. In Draackenlande werden vele protestantse kerken gesticht, en men probeerde met harde hand de bevolking te assimileren.
In 1898 werd Paerelsteyn aangevallen, waarbij vele burgerslachtoffers vielen. Een groot deel van de stad lag in puin. Met de schrikbeelden van dit bloedbad begon echter de internationale afschuw van deze oorlog toe te nemen. In 1899 werden verscheidene internationale sancties opgelegd aan Burghteland, en zelfs gedreigd met militaire interventie. Groot-Brittannië stond op het punt de oorlog te verklaren. Daarnaast was het verkiezingstijd in Burghteland, en de bevolking begon de dienstplicht en de vele militaire slachtoffers aan Burghtelandse zijde beu te raken. Hierop besloot de regering een vredesvoorstel te maken, waarin alleen het Drakenland bij Burghteland zou worden gevoegd; Paerelsteyn en het gebied bij Graefsmonde zouden worden teruggegeven. Nova Hollandia accepteerde dit echter niet, en stuurde, samen met een verzameld leger uit verschillende landen, een legermacht naar Westerdamme. Om te voorkomen dat deze stad zou worden aangevallen, besloot Burghteland op 23 november 1899 daarom te capituleren. De oorspronkelijke grenzen van voor de oorlog werden hersteld, en een douanevrije spoor- en wegverbinding dwars door het mooie Ajalendal werden in het verdrag toegezegd, om een verbinding tussen Draackenstaete en Gravenheuvel te realiseren.
Economische heropleving: 1900-1929
In het begin van de 20ste eeuw was Burghteland een arm land. De Nieuw-Hollandse Oorlog had veel geld gekost, en ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur, onderwijs en andere zaken waren achtergebleven. Om de opgelopen achterstand in te halen, besloot Burghteland om te bezuinigen op het leger en meer te investeren in onderwijs, cultuur en wetenschap. Burghteland werd een belangrijk centrum voor musici en schilders; vooral de jaren 10 wordt wel de Culturele Gouden Eeuw van Burghteland genoemd. In deze tijd speelde het geloof een relatief kleine rol in de kunstwereld, omdat het onderscheid tussen streng protestanten en gematigde protestanten nog niet echt bestond. Een korte tijd was Burghteland zelfs een centrumpje voor moderne zaken als Rag-time en Jazz-muziek, overgewaaid uit Amerika en populair in het zuiden van het land en in grote steden als Nieuw-Vlissingen. De Amerikaanse cultuur werd in deze tijd erg populair in Burghteland, en men begon steeds meer zaken over te nemen uit dit land, zoals de gewoonte om plezierritjes te maken met de automobiel, het paard of de fiets. In Nieuw-Vlissingen werden verschillende parken aangelegd en wegen om deze te bewonderen.
In de loop van de tijd veranderde dit echter; de streng protestanten in gebieden als de oostkust, rondom Deesoek en op het eiland Bekanstende begonnen steeds meer kritiek te uiten op de soms erg vrije kunstvormen. Moderne muziek werd afgewezen en kunstvormen met seks of geweld werden veroordeeld. Men begon zich te beroepen op het Bijbelse verbod om mensen af te beelden, men sprak zelfs over 'eene Twidden Beeldenstorm', een plan om naar de steden te trekken om de liberale kunstenaars een lesje te leren door schilderijen te verbranden - dit plan is nooit uitgevoerd, maar zorgde voor een grote tweespalt tussen het conservatieve platteland en de progressieve steden. Tegen het einde van de jaren 20, toen er een zeer christelijke regering aan de macht kwam, werden zaken als de jazzcultuur ('Amerikaansche Afghoderie ende Barbarie') in de ban gedaan. Ondertussen begon de aandacht zich echter te verleggen naar de verslechterende economische situatie en de crisis in Amerika.
Terwijl er in deze tijd een vreselijke oorlog gaande was in Europa, namelijk de Eerste Wereldoorlog, verging het Burghteland erg goed. Alleen tegen het einde van deze oorlog verleende Burghteland zeer beperkte steun aan België, vooral humanitaire hulp en het verlenen van asiel aan vluchtelingen. Ook hielp het Nederland om Belgische vluchtelingen te onderhouden.
Tijden van crisis en het nationalisme: 1929-1940
In het jaar 1929 werd Burghteland meegesleurd door de grote Economische Depressie in Amerika. De financiële sector klapte ineen en veel mensen verloren hun baan. De levensstandaard verslechterde ten zeerste en veel mensen kregen het erg zwaar te verduren. De prille moderne cultuur die in voorgaande jaren was opgebouwd werd verwaarloosd. Onder de streng christelijke regering werden orthodoxe protestantse stromingen zeer populair; men zocht in religie een uitweg in de moeilijke crisisomstandigheden. Genootschappen als het Oud-Ghereformeerd Verband werden opgericht; dit zijn zeer hechte, orthodoxe gemeenschappen waarin gemeenschap van goederen geldt en waarin men zo min mogelijk contact heeft met de buitenwereld. De grootste hiervan is nog altijd te vinden op het eiland Bekanstende. De regering voerde zondagswetgeving in die veel strenger was dan ooit tevoren; op zondag mocht er niet worden gefietst, geen paardgereden, niet hard gepraat, geen matten worden uitgeklopt, etc. In de kerken werd, naar Nederlands voorbeeld (wat aldaar overigens al lang en breed uit de mode was geraakt), de traditie van extreem langzaam zingen ingevoerd, waarbij één psalm wel een kwartier kon duren en na elke regel een muzikaal tussenspel was om op adem te komen. Een tijd lang was er een volledig verbod op Alcohol met uitzondering van de avondmaalswijn in de kerk, maar dit zorgde alleen maar voor ondergrondse smokkel en criminaliteit.
Deze opleving van het christendom werd echter ook gekenmerkt door een groots Nationalisme. In veel kerken begon het idee te heersen dat Burghteland een uitverkoren land was: de vervanging voor het Beloofde Land Israël; ook groeide er een grote liefde voor het Moederland Holland en de 'Neederduitsche Taele'; de verscheidene dialecten en talen afgeleid van het Nederlands werden (en worden) als één taal beschouwd en ten zeerste gekoesterd. In de kerk bleef men de oud-Nederlandse Statenbijbel en de Psalmen van Datheen gebruiken. Eindtijdsgedachten, zoals een naderende oorlog en de apocalyps met allerlei natuurrampen en uiteindelijk de komst van Jezus, roerden de bevolking op. In deze tijd werden er veel groepen uitgezonden naar het 'heidense' Nova Hollandia, om deze 'verloren zielen' te bekeren tot het Christendom, wat uiteraard niet in dank werd afgenomen door dit land.
Met de opkomst van het Nationaal-Socialisme in Duitsland kwam ook de groei van het Fascisme in Burghteland op, al was dit fascisme veel meer doorspekt met religie dan in Europa. 'Minderwaardige lieden' zoals zwarten, zigeuners, immigranten uit Zuid- en Oost-Europa, gehandicapten, maar specifiek voor Burghteland ook niet-gereformeerde christenen zoals Amish, wederdopers, Mennonieten etc. werden gezien als zondebok voor de crisis, en ook schamper aangekeken omdat ze niet 'uitverkoren' zouden zijn. Homoseksuelen werden ten zeerste vervolgd in deze tijd; ondanks dat er in de jaren 20 juist wat meer acceptatie was ontstaan ten aanzien van deze mensen. Met jodenvervolging was men iets voorzichtiger, omdat dit toch het volk Gods was volgens veel mensen. De Fascistische beweging begon maatregelen te nemen om mensen te laten geloven dat de Burghtelanders nu het 'Volk Gods' waren geworden en niet langer de Joden (dit wordt de Vervangingstheologie genoemd), maar dit had lang niet overal succes. In Europa kwam Adolf Hitler ondertussen aan de macht. Aangezien er in 1938 een Fascistisch-Christelijke regering gekozen was in Burghteland, sloot men zich in eerste instantie aan bij Nazi-Duitsland en niet bij de geallieerden. Tot op de dag van vandaag is dit een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Burghteland.
Tijdens deze perioden werd er zeer veel geïnvesteerd in het leger, waardoor Burghteland militair gezien weer een land van formaat werd. Dat zaken als het bezuinigen op onderwijs en gezondheidszorg hierbij de economie alleen maar verslechterden, vond de bevolking niet echt een probleem; zij hadden namelijk in ieder geval banen gekregen als soldaat of ondersteunend personeel van het leger, ook werden er veel wapens geproduceerd. In deze periode werden ook spoorlijnen en een beperkt aantal wegen aangelegd, die vooral waren bedoeld als militaire routes. Nog altijd lopen enkele huidige snelwegen over de tracés die in deze tijd zijn aangelegd, bijvoorbeeld de A1 N.-Vlissingen - Mulder; dit geldt zelfs voor de meerderheid van de spoorwegen.
Tweede Wereldoorlog: 1940-1945
In 1940 veranderde er iets heel drastisch in de Burghtelandse mentaliteit; Duitsland viel Nederland binnen. Aanvankelijk werd dit door de Fascistische regering verklaard als een 'beschermingsmanoeuvre', om Nederland te beschermen tegen geallieerde aanvallen. Met het Bombardement van Rotterdam op 14 mei knapte de steun aan Duitsland op slag; men vond dit brute geweld op het edele Nederlandse volk dermate erg, dat Burghteland onmiddelijk alle steun aan Nazi-Duitsland opzegde. De toenmalige Fascistische regering werd afgezet, een woedende menigte verwoestte een deel van het Parlementsgebouw te Nieuw-Vlissingen. Na chaotisch verlopen nieuwe verkiezingen ontstond er een christelijk-liberaal kabinet dat enkele van de meer extreme orthodox-protestantse wetten terugdraaide. De geallieerden vertrouwden Burghteland nog steeds niet helemaal en de relatie met Amerika was door de fascistische periode nog altijd beschadigd; bovendien was er nog steeds een vrij groot deel van de bevolking fascistisch, wat bleek uit de verkiezingsuitslag. Men besloot, om internationaal een goede indruk te geven, om elke fascistische en nationaal-socialistische partij voortaan te verbieden. Dit verbod is pas sinds 1990 niet meer van kracht, al is er nooit meer een echt fascistische partij ontstaan (wel populistische partijen zoals de lijst Zeeghers, die enigszins vergelijkbaar is met de PVV in Nederland). Op het allerlaatst van de oorlog accepteerden de geallieerden beperkte Burghtelandse militaire steun in Europa.
Moderne Tijd: 1945 - heden
Burghteland was eigenlijk weinig geschaad door de Tweede Wereldoorlog; de periode daarvoor was veel schadelijker voor de economie van het land, omdat men nu met een enorm leger zat opgezadeld en een bevolking die wederom voor een groot deel werkloos raakte omdat de oorlog voorbij was en er dus geen wapens meer hoefden te worden geproduceerd. Wel plukte Burghteland de vruchten van het grote infrastructuurproject uit die periode; men begon steeds meer te investeren in de mijnbouw rond Teghenkant, die overigens aan zijn limiet raakte, en het spoor- en wegennetwerk werd uitgebreid. Verschillende stadswegen in Nieuw-Vlissingen, waaronder de Brugheweg (huidige B01), werden opgewaardeerd tot snelweg door het verwijderen van kruispunten en het stroomlijnen van het wegprofiel, en in de jaren 50 begon men langzaam maar zeker meer snelwegen aan te leggen.
Het leger werd in deze periode zeker niet verwaarloosd, omdat men zat met de dreiging van de Koude Oorlog. Tegen het communisme, dat het bestaan van religie 'opium voor het volk' noemde, bestond een enorme weerzin, en men steunde Amerika van harte in het bestrijden ervan. De Burghtelandse Espionagedienst (BED) was een machtige inlichtingendienst met een groot netwerk en werkte samen met verscheidene Amerikaanse instanties. Burghteland verleende in beperkte mate steun aan Amerika tijdens de conflicten in Korea en Vietnam, al was dit meer ondersteunend van aard en stuurde Burghteland geen grote invasiemachten of iets dergelijks. In Israël werd een Joodse staat opgericht, en Burghteland was één van de staten die deze oprichting van harte steunde. Nog altijd is Burghteland een groot bondgenoot van Israël.
De zeer orthodoxe kant van de kerken die in de jaren 30 zo was gegroeid, werd in de meeste kerken wat minder. Het extreem langzame psalmzingen werd in de Staots-Ghereformeerde Kerk afgeschaft, en veel andere kerkverbanden volgden. Er ontstond een grote scheuring tussen deze kerken en de meer traditionele kerken die alles bij het oude wilden houden. Dit noemen we de reformatorische kerken. Sommige kerken omarmden zaken zoals een nieuwe Bijbelvertaling en Psalmen in de Burghtelandse Volkstaal, in plaats van de oud-Nederlandse versies; dit vergrootte de kloof tussen vrijere kerken en de strenge reformatorische kerken alleen maar nog meer. Nog altijd zijn deze kerken van grote invloed in Burghteland, en vormen een hechte gemeenschap. Er zijn veel banden met reformatorische kerken in Nederland. Men probeerde zoveel mogelijk de fascistische facetten van de kerk te zuiveren; veel reformatorische kerken in Burghteland beweren dat de vermenging van Fascime en religie een 'list des duuvels' is geweest, een duivels plan om de naam van het Christendom te besmetten. Toch blijkt in de praktijk dat men zich in reformatorische milieus niet altijd even positief uitlaat tegenover buitenlanders en andere bevolkingsgroepen, vooral vanwege een angst voor het onbekende.
In de jaren 60 begon ook in Burghteland secularisatie, al was die helemaal niet hetzelfde als in Nederland. De algemene norm in Burghteland is nog altijd om christelijk te zijn; niet-christelijk zijn wordt wel geaccepteerd maar is niet de 'standaard', zeker niet op het platteland. In de steden ontstond in beperkte mate een hippie- en rockcultuur naar Amerikaans voorbeeld, al werd men toch nog altijd vrij raar aangekeken en was er altijd een botsing met de heersende moraal. Zo konden jongemannen met lang haar nauwelijks een baan vinden, omdat lang haar voor een man taboe is in Burghteland.
Rondom de stad Teghenkant raakten de mijnen uitgeput, waardoor de industrie in dit gebied inéénstortte. Veel mensen raakten werkloos en ontvluchtten de omgeving, anderen bleven hangen en vervielen in armoede. Omdat veel mensen geen woonruimte meer konden betalen, ontstonden er aan de rand van Teghenkant sloppenwijken die in een derdewereldland niet zouden misstaan. De stad werd een broeiplaats voor criminaliteit. Om de verpaupering tegen te gaan, werden mensen van de sloppenwijken terug naar de stad gebracht en kregen daar gratis woonruimte toegewezen in leegstaande panden. Toch is Teghenkant nog altijd niet wat het geweest is, en is het aandeel criminaliteit er erg hoog. Er zijn wijken in Teghenkant-Zuid waar je 's nachts absoluut niet wil komen. De stad kenmerkt zich door zeer uitgebreide weginfrastructuur die vaak maar half gebruikt wordt en soms slecht onderhouden.
Tegenwoordig is Burghteland gewoon een modern land vergelijkbaar met veel Europese landen, echter is de economie zwakker dan die van een land als Engeland of Nederland. Een relatief hoog aandeel van de bevolking werkt nog in de landbouw en visserij en ook de zware industrie, en relatief weinig in de dienstverleningssector wat toch een belangrijk kenmerk is van een rijk land. Er zijn nog andere kenmerken die Burghteland onderscheiden van West-Europese landen: zo is het geboortecijfer relatief hoog, net als de kraamsterfte; relatief weinig mensen hebben een tv; relatief weinig vrouwen hebben een hoge positie in het bedrijfsleven. Veel van deze zaken worden ook door religie in stand gehouden.
- Spoiler: weergeven
- Religie in Burghteland
Burghteland is oorspronkelijk gestart als een toevluchtsoord voor andersgelovigen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Het land heeft dus vooral zijn wortels in protestants-christelijken. Ook wederdopers (ook wel anabaptisten genoemd) vonden hun toevlucht in Burghteland. In het begin zorgde deze combinatie voor nogal wat spanningen; de aanwezigheid van een gezamenlijke vijand (de Noormannen) luidde echter het begin van de verzoening in.
Van protestanten zijn allerlei schakeringen te vinden: van relatief vrijzinnige Hervormde Kerken tot aan gemeenschappen van Oud-Ghereformeerde Verbanden Burghteland waarvan de leden haast in de middeleeuwen lijken te leven. Van de wederdopers zijn ook nogal wat afgesloten gemeenschappen (Amischen en Mennonieten). Mede door zulke gemeenschappen heeft Burghteland nogal opmerkelijke statistieken als het om ontwikkeling gaat: er is voor een ontwikkeld land vrij hoge kraamsterfte, het geboortecijfer van 2.93 is het hoogst in heel Atlantis, het aantal internet- en tvaansluitingen per hoofd is relatief laag.
In Burghteland leven sinds de 19e eeuw naast protestants christelijken vrij veel (vooral Franstalige) katholieken, en dan met name in het noorden van het land. Aglicaanse kerken zijn in slechts zeer beperkte mate populair.
Naast het christendom is er ook een relatief hoog percentage Joden van allerlei stromingen. Joden werden min of meer geaccepteerd. Antisemitisme heeft wel altijd in zekere zin bestaan, met als hoogtepunt de Fascistische Tijd (1935-1941), waar zelfs openlijk antisemitisme werd verdreven. Zo ver als in Europa kwam het echter nooit, en Burghteland zou zich uiteindelijk ontpoppen als een grote vijand van Nazi-Duitsland aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog kwamen er vrij grote hoeveelheden Joodse vluchtelingen naar Burghteland. In Burghteland zijn ook afgesloten gemeenschappen van Chassidische (zeer orthodoxe) Joden te vinden. Strenge geloofsgemeenschappen als deze komen juist in Burghteland voor, omdat men ze vaak een woongebied toe heeft gewezen en ze verder met rust gelaten heeft.
In Burghteland gelden de Gereformeerde Kerken van oudsher als de nationale kerk. Sinds de grondwetswijziging in 1863 is dit echter alleen in naam. Het archief van de Gereformeerde Kerken is door deze Grondwetswijziging niet langer openbaar, en leden van deze kerk kunnen dus ook niet meer worden bevoordeeld. In de Grondwet wordt nu geen enkele kerk boven een andere gesteld, maar wel dat Burghteland een Christelijke staat is.
Uiteraard slaat ook in Burghteland de ontkerkelijking toe. Het grote verschil met West-Europa is echter dat er vaak nog sprake is van een sociaal stigma. Het is in de meeste kleinere dorpen absoluut niet denkbaar dat men buitenkerkelijk zou kunnen zijn (zoals in de jaren '70 ook in Nederland nog het geval was...). De secularisering vindt daarom vooral plaats in grote steden, waar men wat meer anoniem leeft. Binnen strengere geloofsgemeenschappen is de sociale controle zeer groot en zijn er relatief erg weinig 'afvalligen'. Binnen wat vrijzinniger gemeenten wordt meer gevarieerd tussen verschillende kerken, en vindt er meer ontkerkelijking plaats.
Door recente immigratie zijn er ook nieuwe religies aangekomen, zoals de Islam, het Boeddhisme en Hindoeisme. De percentages hiervan zijn echter (nog) lang niet zo hoog als in West-Europa. Er heerst wel een zekere wantrouwigheid voor het nieuwe onder de autochtone bevolking.
De grote 'protestantse zuil' heeft zeker zijn stempel op de samenleving gedrukt. Reclames met overdreven vrouwelijk schoon erin zul je niet aantreffen op de televisie, op billboards op straat of in (degelijke) tijdschriften. Op zon- en feestdagen zijn vrijwel alle winkels potdicht, en pas sinds kort is er openbaar vervoer beschikbaar op zondag (en in slechts zeer beperkte hoeveelheden). Er geldt een streng repressief anti-drugsbeleid, en accijnzen op alcohol en tabak zijn vrij hoog. Abortus en euthanasie zijn streng verboden. De doodstraf is pas in de jaren '50 afgeschaft (al werd hij wel al vele decennia niet meer toegepast). Vloeken in films en buitenlandse series worden gecensureerd.
Dit alles staat in vrij schril contrast met Nova Hollandia. Dit levert nogal wat spanningen op, en lange grenscontroles.
- Spoiler: weergeven
- Indien een feestdag in het weekend of op een andere feestdag valt, wordt die doorgeschoven naar de eerstvolgende werkdag (Pasen en Pinksteren vallen altijd op zondag, daarom is tweede paasdag en tweede pinksterdag ingevoerd). Ook 29 februari is een feestdag, zodat elk jaar een gelijk aantal werkdagen kent. Op zon- en feestdagen rijdt er zeer weinig openbaar vervoer, zijn winkels gesloten, wordt er alleen noodzakelijk werk verricht etc. Op de weg zijn vrachtwagens verboden.
De feestdagen tussen [haakjes] zijn geen volledige feestdagen, maar vergelijkbaar met een zaterdag. Dit zijn 'Alve Feestdaoghn'. Er mogen dan bijvoorbeeld wel vrachtwagens rijden.
Nieuwjaorsdagh - 1 Januari
[Driekooningn - 6 Januari]
[Schrikkeldagh] - 29 Februari
[Witte Dunderdagh] - 3 dagen voor pasen
Ghoein Vriidag - 2 dagen voor pasen
Eerste Paosdagh - Eerste zondag na de eerste volle maan op of na 21 maart
Twidde Paosdagh - 1 Dag na pasen
Eersten Emelvaortsdagh - 40 dagen na pasen
Twidden Emelvaortsdagh - 41 dagen na pasen
Eerste Pinksterdagh - 50 dagen na pasen
[Twidde Pinksterdagh] - 51 dagen na pasen
25 juni - Onafaklikeidsdagh
Reformasiedagh - 31 Oktober
[Allereilghn] - 1 November
Dankdagh veur Ghewas end Arbeid - eerste woensdag van November
Eerste Kerstdagh - 25 December
Tweede Kerstdag - 26 December
[Oudejaarsdag] - 31 December
- Spoiler: weergeven
- Kinderopvang:
Kinderopvang wordt in Burghteland de laatste jaren steeds meer gestimuleerd. Vroeger ging men uit van het gedachtegoed dat de vrouw thuis hoorde te zitten, en werd kinderopvang totaal niet vergoed. Tegenwoordig komt men daar steeds meer van op terug. Om een daling van het geboortecijfer te voorkomen, zoals in veel West-Europese landen, krijgt de bevolking nu kinderopvang voor een deel van de week vergoed. De bedoeling daarvan is dat ook de vrouw part-time kan werken, en niet meer voor de keuze staat om thuis te zitten of minder kinderen te krijgen. Daarnaast is de kinderbijslag erg hoog, en is onderwijs niet duur. Vrouwen krijgen erg lang zwangerschapsverlof. De tijd dat de vrouw na het trouwen automatisch ontslagen werd, is al lang voorbij.
Basisschool:
Elk kind is vanaf zijn vierde jaar leerplichtig. In principe geldt recht van vrijheid van onderwijs, daarom bestaan er veel verschillende scholen met een verschillende (religieuze of andere) inslag. Het minimum aantal kinderen is 12 met minstens één kind erbij (netto) per jaar; kleinere scholen gaan op in een nabijgelegen school. Het onderwijs is kleinschalig, met veel aandacht voor de leerling. Gezien het geld van de overheid niet oneindig vloeit, geven leerkrachten op kleinere scholen vaak aan meerdere klassen les. 'Bestraffing deur lichaomeleke Tucht' is sinds de jaren 70 afgeschaft, leraren mogen hun leerlingen geen tik meer geven. Op het platteland gaat dit nog wel eens fout, met alle gevolgen voor de leerkracht van dien.
Er bestaan strenge eisen voor het basispakket, de manier van leren is naar Nederlandse begrippen ouderwets, met veel aandacht voor rekenen en taal. Doordat veel (vooral religieuze) scholen extra vakken hebben, zitten kinderen bovengemiddeld veel op school. Scholen met veel extra vakken (dat kunnen bijvoorbeeld ook scholen voor hoogbegaafde kinderen zijn) zijn duurder voor de ouders; de samenleving draait alleen op voor het basispakket.
De basisschool wordt afgesloten met een nationaal examen (à la Cito-toets), en aanvullende examens voor de extra vakken.
Middelschool:
Op zijn twaalfde gaat een kind naar een zgn. Middelschole. Er bestaan meer praktisch gerichte vakken en meer theoretische, in plaats van niveauverschillen als havo/vmbo etc. Alle leerlingen moeten basisvakken volgen (bijv. Burghtelands-1), meer theoretisch ingestelde leerlingen volgen dan ook nog Burghtelands 2,3,4 etc. Men focust meer op diepgang dan op verbreding. Het is niet zo dat een leerling zomaar een 'pretpakket' kan samenstellen, dit valt allemaal onder strenge regels. Vakken moeten bij elkaar passen.
Vakken worden vaak ook geconcentreerd binnen een half jaar, in plaats van over een lange periode verspreid.
Ook van Middelscholen bestaan verschillende ideologieën, religies etc. Dit bepaalt welke extra vakken er worden aangeboden (die scholen ook verplicht kunnen stellen, maar niet ten koste mogen gaan van de nationaal verplichte vakken). Extra vakken zijn voor rekening van de ouders.
Leerlingen die van de Middelschole komen, hebben vaak een hoger niveau in hun vakgebied dan bijvoorbeeld in Nederland het geval is. Op scholen hangt een formele sfeer, met over het algemeen schooluniforms (zeker op reformatorische scholen). De duur van de opleiding aan de Middelschole hangt af van welke richting de leerling op gaat. Een leerling die bijvoorbeeld Burghtelands - 8 moet halen voor een meer theoretisch diploma, maar dat niet haalt, zal dan wat meer praktischere vakken moeten gaan volgen, voor een pakket waarvoor Burghtelands - 7 voldoende is. Hiervoor bestaan allerlei uitgebreide tabellen en regelingen.
Hoger onderwijs:
Op beroepsopleidingen en praktijkscholen kunnen de meer praktisch gerichte leerlingen aan de slag. Meer theoretische leerlingen gaan naar de universiteit. In Burghteland wordt iets al gauwer universiteit genoemd dan in Nederland. Binnen de universiteit bestaan ook meer toegepaste stromingen en meer theoretische. In principe zijn er niet echt niveauverschillen. Voor studenten geldt een sociaal leenstelsel. Leerlingen die de Middelschole goed hebben doorlopen, of die een eventueel toelatingsexamen uitmuntend hebben gedaan, komen vaak in aanmerking voor een betere beurs. Zeer goede studenten die veel dingen bereiken (hoge cijfers, veel extracurriculaire activiteiten), worden beloond door kwijtschelding van een deel van de studieschuld. Het hoger onderwijs is erg prestatiegericht, waardoor niet alleen rijke mensen een kans maken om te studeren, maar ook zeer goede en gemotiveerde studenten.
- Spoiler: weergeven
- Hier is-ie dan. Hélemaal zelf gecomponeerd.
http://imgur.com/o0J8W
Te beluisteren via deze link:
http://dl.dropbox.com/u/29498835/Burght ... d.mscz.wav
"Aen Burghteland"
geschreven 1652 door een onbekende schrijver
Verzen 1 en 7 worden vrijwel altijd gezongen, en vaak worden 2 en/of 4 daaraan toegevoegd. Bij voetbalwedstrijden mag vaak slechts één vers (1) gezongen worden.
1
Eert Ghod den EER’ oh Burghtland
mej toewiiding, mej ootmoed end’ ontzagh!
Opdat uw nasie, beschermd deur Ziin a-and
deur gheene vejand ghesloan worden magh.
O ghroei en bloei, o land der sterken!
2
In diên krocht der helle
was neêrghedaold, des EEREN eilghen Zeun.
Zo Ie et sloegh, en ons ier verghezelle
oudt gheene kwaod in onze nasie stand.
Gheen band der dood kan ons nogh kwellen.
3
Ziet, oe diên ghreute velde
De n akkers vruchtbaor bloein in Burghteland!
Dankt veur diin spiize, Ghod den EER, uw Elde.
Wie anders loat des Eemels sluuzn ghaon?
Gheen andre dan die Levend’ EERE.
4
Kinders, de ghrootse daode
van lang vervlooghen tiide van weleer
ghedenkt die, want de vrejeid en ghenaode
bin deur uw Vaoder in uw and gheschenkt.
Leert, wees standvastigh end rechtvoardigh!
5
Mensen, heb lief uw naoste
met eel uw art, uw ziel en uw verstand!
Zo mot ie, die een arme ziet em aoste
om zo te doen, als diên Samaritaon.
Ghedenkt de Schrift en wees vereerlekt!
6
Burghtland, u bent één lichaom,
zo bin ons ok in alle zaokn één!
Ras, durp of kerk, ghebruukt et, want t is leerzaom
te weeten dat den ander is als u.
Één Ghod, één Land, dus weest vereenighd!
7
Eighend van d onderdrukking
Bent u standvastigh end ghetrouw gebleên!
Diên Ghouden Stad - och, welk eene verrukking! –
verbeiden wudr, et Nieuw Jerúzalem.
Gheen zond’, gheen dood, gheen ziekt’, gheen piin meer!
- Spoiler: weergeven
- Internationale Luchthavens
Dit zijn de grootste luchthavens van Burghteland die internationale vluchten naar verre bestemmingen verzorgen. Nieuw-Vlissingen is een belangrijk internationaal overstapstation, maar haalt het nog niet bij luchthavens als Schellingen qua aantal reizigers. Dit geldt in mindere mate ook voor Mulder.
Mulder International Airport (Mulderoeve) - MUL
Nieuw-Vlissingen International Airport Koehorsterveld - NVL
Nationale luchthavens
Deze luchthavens verzorgen binnenlandse vluchten en ook buitenlandse vluchten met prijsvechters. BudgetAir Burghteland bedient de meeste vluchten op deze luchthavens. Teghenkant had vroeger een volwaardige internationale luchthaven, maar door het verminderde belang van deze stad is daar nauwelijks nog wat van over. De luchthavenbelasting is er flink verlaagd om het aantrekkelijk te maken voor prijsvechters.
Wildenburgh National Airport (Wildenburgherbroek) - WIL
Mulder Luchtaovn Bethel - MBE
Teghenkantse Luchtaovn Monderveere - TEG (voorheen Teghenkant International Airport Monderveere)
Regionale luchthavens
Deze luchthavens zijn er vooral voor binnenlandse vluchten, maar sommige prijsvechters kiezen er ook voor om hier vluchten te verzorgen naar populaire (vakantie)bestemmingen. Barte-Harg is een erg populaire luchthaven voor reizigers vanuit Solwezië en Ardeim, en heeft ook een pendelbusverbinding met de veerhaven Barte-Harg. BudgetAir Burghteland biedt zgn. 'Vaor&Vliegh' aanbiedingen aan, waarmee men vanuit Solwezië en Ardeim naar de luchthaven kan varen, en van daaruit vliegen naar Burghtelandse bestemmingen als Moreghat en Wildenburgh, tegen een zeer lage prijs.
Luchthaven Barte-Harg - BAH
Luchtaovn Moreghat (Moorse Plantage) - MOR
Luchtaovn Deesoek (Sassingermeuln) - DEE
Luchtvaartmaatschappijen
Burghteland kent de Riiksluchtvaortdienst Burghteland (RLD Burghteland) en BudgetAir Burghteland als luchtvaartmaatschappijen. RLD Burghteland is de oudste, en voert de meeste internationale vluchten uit. Sinds het jaar 2005 zijn alle binnenlandse vluchten bij BudgetAir Burghteland ondergebracht, waardoor de prijs hiervan ten zeerste omlaag ging en de populariteit toenam. De populairste binnenlandse vlucht is Wildenburgh - Barte. De afstand naar Barte is dermate groot (>500 km) dat mensen een autorit vaak niet zien zitten, en de trein is nauwelijks goedkoper dan het vliegtuig. Een langeafstandsbus is wel een goede concurrent voor het vliegtuig, maar veel zakenmensen kiezen toch voor het comfort van een vlucht. Met de introductie van Vaor&Vliegh aanbiedingen vanuit Solwezië en Ardeim zijn binnenlandse vluchten ook in populariteit toegenomen.
- Spoiler: weergeven
- Trein
Naar de meeste grotere plaatsen, en sommige kleinere plaatsen die toevallig op de route liggen, gaat men per trein. De trein is minder populair dan bijvoorbeeld in Nederland, en vooral bedoeld voor de lange afstand. In Burghteland vindt men comfort belangrijker dan de kortst mogelijke reistijd; treinen rijden een langere route, zodat je minder hoeft over te stappen. Om eventuele vertraging te compenseren, wacht de trein dan langer op de grotere stations. In treinen lopen meestal verkoopsters met karretjes rond, waar je eten, drinken en tijdschriften kunt kopen (wel relatief duur, uiteraard).
Rond grotere steden bestaat wel wat forensenverkeer per trein, daar rijden ook hoogfrequente stoptreinen die meer weg hebben van een soort 'Randstadrail' dan een trein zoals wij die kennen. Deze treinen stoppen op veel stations. Momenteel wordt er meer ingezet op deze vorm van treinverkeer om congestie te beperken.
Tussen N. Vlissingen en Mulder bestaat er de OagheSneliidsLiin (OSL). Momenteel zijn er plannen om die uit te breiden tot Teghenkant, en wellicht Schellingen.
Op reguliere treinen bestaat een monopoly van de Riiks Trein Maotschap (RTM), maar niet op de hogesnelheidslijn.
Bus
Het meeste OV geschiedt per bus. Er bestaan verschillende typen bussen, de A-Bus, de Stadsbus en de Landsbus.
A-bus: dit zijn lange-afstandsbussen. Vaak is dit de gemakkelijkste en goedkoopste manier om naar grotere plaatsen te komen, als er geen logische treinverbinding is. De bussen kunnen 100 km/u en zijn comfortabel, er wordt zomer en winter een toeslag verrekend voor airco/verwarming. De bussen stoppen op busstations op een gemakkelijk bereikbare plaats buiten een kleine stad, zodat de bus niet te veel door dorpjes hoeft te krioelen. Net zoals bij treinen rijden deze bussen langere trajecten met wat langere wachttijden op busstations.
Stadsbus: binnen grotere en kleinere steden rijden stadsbussen, en in een aantal plaatsen ook Stadstrems (N. Vlissingen, Calvijnstad, Teghenkant, Den Ulst, Katnoaghe). De meeste plaatsen in steden en buitenwijken bereik je met de Stadsbus. Centraal punt is een bus- of treinstation.
Landsbus: deze rijden in dunbevolkte gebieden. Ze doen kleinere dorpjes aan. In zeer verafgelegen of kleine gehuchtjes bestaat de mogelijkheid om vooraf te reserveren, zodat de bus langskomt.
Riiksbusdienst (RBD) bezit de meeste Landbuslijnen en veel A- en Stadsbussen, maar op die laatste zijn ook particuliere bedrijven actief. Die bieden bijvoorbeeld zeer luxe A-bussen op populaire trajecten, of de bussen en trams in een bepaalde stad.
Metro
De omgeving van veel grotere plaatsen bezit een metronetwerk. Meestal is dit niet heel erg uitgebreid, maar wel in de grootste steden als N. Vlissingen en Mulder. Metro's worden particulier beheerd.
Binnenlandse vlucht
Voor zakenlieden en in noodgevallen bieden binnenlandse vluchten een uitkomst. Het is uiteraard veel duurder dan met de trein of met de bus, maar wie niet een hele dag in de bus wil zitten kan het vliegtuig nemen. Dit is verreweg de snelste manier om ergens te komen.
Taxi
In Burghteland zijn taxi's wel duur, maar niet zo exorbitant duur als in Nederland. In grote steden rijden taxi's rond die je kunt roepen, met taxistandplaatsen bij belangrijke punten als stations, winkelcentra, toeristische plekken etc., maar meestal geschiedt vervoer per taxi op aanvraag.
Liften
Sinds zo ongeveer de jaren 60 is liften een populaire bezigheid in Burghteland. Liften is legaal, zolang je op een veilige plek staat, en niet op een weg onder Motorwegh restricties (bij toeritten wordt gedoogd). Veel mensen hebben in hun jeugd gelift en men is over het algemeen wel bereid om 'normaal' uitziende mensen mee te nemen. Gebruikelijk is dat de lifter eventuele tol betaalt. Een vrouw alleen zul je niet zien liften in Burghteland, dat is not done en bovendien onveilig.
Ouderen vanaf 65 jaar reizen in Burghteland gratis, voor studenten en jongeren is er korting. Op zon- en feestdagen ligt het meeste OV eigenlijk wel plat, op treinen en belangrijke A-bussen na, bovendien is er een hoge toeslag op deze dagen. Progressieve partijen willen hier wat aan doen; nu is men op zondag meestal aangewezen op de taxi.
- Spoiler: weergeven
- http://imgur.com/APQx7
De volgende dialecten gelden als 'standaard-Burghtelands' en worden geacht als 'beschaafd'. Op journaals zul je dit bijvoorbeeld tegenkomen. De verschillen tussen deze dialecten zijn niet heel groot, maar voor de insider goed herkenbaar.
Stichts
Mulders
Ulsters
Noordstichts
Middelands (staat per ongeluk niet in de legenda, maar de grote vlek tussen Kouwekerke en Altenaland)
De meeste andere dialecten zijn wel goed verstaanbaar, maar je kunt heel duidelijk horen waar iemand vandaan komt. Naast deze dialectgebieden (die natuurlijk eigenlijk in elkaar overlopen in plaats van dat er een scherpe scheidslijn is) hebben veel dorpen hun eigen lokale dialect, zeker in dunbevolkte gebieden kunnen dorpen wezenlijk met elkaar verschillen.
Nieuw-Ollands (Standaardnederlands) wordt beschouwd als een dialect van het Burghtelands. Hoe dichter bij de grens met Nova Hollandia, hoe meer het daarop lijkt; de talen lopen in elkaar over.
Zoals gezegd loopt alles in elkaar over, maar er zijn wel uitersten. Het Hargs is voor iemand uit Nieuw Vlissingen erg moeilijk te verstaan.
Burghtelands komt voort uit Hollandse, Zeeuwse maar ook andere dialecten. Leiderlands, Joetelands en Drakelands zijn typische voorbeelden van dialecten met een meer Hollandse invloed, terwijl Zeekants en Deeslands bijvoorbeeld veel meer op het Zeeuws lijken.
Minderheidstalen
Het Frans en een verzameling van talen gekend als 'Duutse Taolen' zijn officiële talen naast het Burghtelands.
Frans: Verreweg de grootste minderheidstaal. Wordt gesproken in provincie Papelande. Opvallend is dat de stad 's-Heerenburgh een soort enclave vormt binnen het franstalige gebied; in die zin is het vergelijkbaar met Brussel.
Duutse Taolen: Dit omvat eigenlijk versschillende talen. Zo praat men in het uiterste westen van het land Schellings-Duits. De (orthodox) Joodse gemeenschap spreekt Jiddisch, wat ook een Germaanse taal is. Orthodoxe anabaptisten zoals verschillende Amishgroeperingen spreken verschillende varianten van plat-Duits. De immigranten van het eerste uur die noord-duits spraken, spreken nu meestal gewoon Burghtelands, omdat er veel meer mensen uit de Lage Landen dan uit Noord-Duitsland kwamen, aanvankelijk.
Oud-Noorlands: De taal van de oude Noorlanders van weleer, verwant aan Scandinavische talen, wordt nog door een zeer kleine minderheid in de berggebieden gesproken. Momenteel zijn er programma's opgestart om de taal voor uitsterven te behoeden; op basisscholen in gebieden waar het gesproken wordt krijgen kinderen Oud-Noorlands, gesubsidieerd door de overheid (normaliter moeten ouders zelf betalen voor zulke bijvakken), en ook een deel van andere vakken wordt in deze taal gedoceerd.
Creools: Deze taal, gesproken rond Moreghat, is een overblijfsel van een deel van de geschiedenis waar Burghteland niet erg trots op is, namelijk de slavernij. Rondom Moreghat zijn in de achttiende eeuw een flink aantal plantages opgericht waar zwarte slaven kwamen te werken, en ook werden deze 'gebruikt' om te werken in de visserij, in de bouw, als huismeid en vele andere zaken. Doordat de slaven en hun meesters elkaar niet begrepen, ontstond een soort mengtaal, die zich later ontwikkelde tot een heuse creooltaal. Anders dan in Amerika, waar de oorspronkelijke bevolking schaars geworden was door ziekte en dus een tekort aan arbeidskrachten ontstond, sloeg de slavernij niet erg aan in Burghteland. Het klimaat was ook bepaald niet geschikt voor zaken als suikerriet of katoen. Door toedoen van bepaalde christelijke groeperingen werd de slavernij in 1786 zonder veel problemen officieel afgeschaft; eigenaren kregen een flinke schadevergoeding per slaaf.
Ngaskisch... Van de Ngasken is in Burghteland eigenlijk nooit echt iets teruggevonden, de Noorlanders zijn er al heel lang. Er is wel een andere oorspronkelijke bevolking, wellicht verwant aan de Ngasken. Tegen de grens met Schellingen zijn nog wat Ngaskisch sprekenden in de bergen, maar voor het Ngaskisch bestaat geen officieel minderheidstaalbeleid. Voor zover bekend is er niet meer dan één basisschool die aangeeft Ngaskisch als bijvak te geven. (maar er zijn wel meer basisscholen die rare talen geven, zeker die voor 'hoogbegaafde' kinderen. Allemaal voor rekening van de ouders, uiteraard)
- Spoiler: weergeven
- De Burghtelandse vlag.
Het gouden kruis staat voor het kruis van Jezus. Goud staat voor respect, majesteit en gulheid.
De twee zwarte banden links en rechts staan voor de 'banden des doods', het kwaad in de wereld. In het wapen staat een kasteel dat Burghteland tegen het kwaad beschermt. Het rood staat voor dienstbaarheid en moed, het blauw staat voor de hemel, trouw en kracht; in die blauwe band staat ook het Lam Gods. Het wit ('argent') symboliseert wijsheid, vrede, onschuld en geluk.
De twee leeuwen staan voor kracht, dapperheid, maar ook voor wreedheid van het kwaad (ze staan dan ook half in de zwarte banden).
EDIT: wapen: